HOE WERKT EEN VERSLAVING?
Verslaving betekent dat je niet meer zonder een bepaald genotsmiddel kunt. Je weet dat het slecht is, maar toch ga je door met consumeren. Het ‘willen’ drinken, verandert in ‘moeten’ drinken. Verslaving is een hersenziekte, waarbij de één gevoeliger is voor genotsmiddelen dan de ander. Bij verslaving wordt er een onderscheid gemaakt tussen lichamelijke en geestelijke verslaving (afhankelijkheid). Verlang je sterk naar een middel en voel je je niet prettig of verandert jouw stemming als het middel niet binnen bereik is, dan is sprake van een geestelijke verslaving. Je bent lichamelijk verslaafd als je stopt met bijvoorbeeld drinken en er treden ontwenningsverschijnselen op. Ook heb je steeds meer alcohol nodig om het hetzelfde effect te blijven voelen.
IS VERSLAVING ERFELIJK?
Je kunt een erfelijke aanleg voor verslaving hebben. Maar ook andere zaken als opvoeding, je persoonlijkheid, je gewoontes en de omgeving spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van verslaving.
Beïnvloeding van verslaving
In de ene familie komt verslaving vaker voor dan in de andere.Kinderen, waarvan 1 of beide ouders aan alcohol verslaafd zijn, hebben een grotere kans verslaafd te raken dan andere kinderen. En ze ontwikkelen een alcoholverslaving op veel jongere leeftijd dan anderen. Bij jongens geldt dit sterker dan bij meisjes.
Psychiatrische aandoeningen en erfelijke verslaving
Ook mensen met psychiatrische aandoeningen zijn door erfelijke aanleg gevoeliger voor middelen als alcohol en drugs. Hierdoor kan een verslaving eerder erfelijk zijn.
WANNEER IS IETS EEN VERSLAVING?
Eén van de definties van verslaving is: een onweerstaanbare behoefte om middelen te gebruiken. Dit verlangen noemen we ook wel ’trek’ of een ‘craving’. Het verlangen wordt op een gegeven moment meer een afhankelijkheid, of zelfs noodzaak.
Je spreekt van een verslaving als je:
• Niet meer zonder een middel kunt, lichamelijk of psychisch.
• Steeds meer nodig hebt van een bepaald middel om hetzelfde effect te bereiken.
• Ontwenningsverschijnselen krijgt als je niet gebruikt. Dit kunnen lichamelijke verschijnselen zijn, zoals zweten of trillen. Of geestelijke verschijnselen zoals onrustig zijn of in paniek raken als je het middel niet gebruikt.
• Meer dan de helft van de dag bezig bent met het gebruik door erover te denken, het te verkrijgen of daadwerkelijk te gebruiken.
Dit artikel is van de redactie.
0 reacties