HET RECHT OP LUCHTEN
Minimumbepaling
Het gaat hier wel om minimumbepalingen. Met andere woorden, het luchten moet minstens één uur per dag mogelijk gemaakt worden. Een maximumtermijn wordt in de wet niet gesteld, hetgeen betekent dat de directeur van de inrichting, jeugdinstelling of tbs-kliniek vrij is om de gedetineerde langer of vaker dan één uur per dag te laten luchten.
Absoluut recht en rechtspraak van de RSJ
Het recht op luchten is een absoluut recht. Door de kwalificatie ‘absoluut’ toe te kennen aan dit recht wordt bedoeld dat dit recht niet beperkt kan worden. Dit blijkt ook uit de rechtspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Wettelijk gezien mag het recht op luchten alleen ingeperkt worden als de gezondheid van de gedetineerde zich tegen het luchten verzet. Er zijn uitzonderingen op de regel. Dit was bijvoorbeeld het geval bij een gedetineerde die nauwelijks aanspreekbaar was, had aangegeven dat hij wilde knokken met het personeel en onder zespersoons begeleiding stond. De RSJ heeft verder geoordeeld dat het beperken van het recht op luchten omdat een gedetineerde een bezoek aan de rechtbank brengt rechtmatig kan zijn. Als de directeur het recht op luchten beperkt, moet hij wel overwegen om de gedetineerde op een later moment voor dit gemiste luchtmoment te compenseren.
Luchten tijdens werkzaamheden telt ook als luchten
Zoals gezegd heeft iedere gedetineerde het recht om minimaal één uur per dag in de buitenlucht door te brengen. Hierbij is niet specifiek gesteld dat dit uur luchten alleen voor recreatieve doeleinden dient. De RSJ heeft in meerdere zaken geoordeeld dat, indien een gedetineerde arbeid verricht in de buitenlucht, deze tijd meetelt voor het uur luchten per dag. Oftewel: alle tijd die u in de buitenlucht doorbrengt telt mee.
Luchten tijdens disciplinaire straf
Gedetineerden die verblijven in de iso, worden uitgesloten van deelname aan activiteiten. Dit houdt onder meer in dat een gedetineerde niet mag sporten of werken. Echter, tijdens je verblijf in de iso heb je nog steeds het recht om te luchten. De directeur heeft in een dergelijk geval dus de zorgplicht om de gedetineerde in staat te stellen te luchten, indien nodig in een luchtkooi. De gedetineerde lucht dan afzonderlijk. Ook aan het luchten in een luchtkooi zijn eisen verbonden. Zo moet de luchtkooi zodanig ingericht zijn dat de gedetineerde de weersomstandigheden daadwerkelijk moet kunnen ervaren.
Het recht op luchten is een aan iedere gedetineerde, jeugdige en verpleegde toekomend absoluut recht. Ook disciplinair gestraften hebben dit recht, zij het dat zij meestal afgezonderd luchten. Luchten hoeft niet recreatief te zijn, zo blijkt uit de rechtspraak van de RSJ. Hoewel het recht op luchten een absoluut recht is, kan de directeur van de inrichting in zeer uitzonderlijke situaties besluiten een gedetineerde het recht op luchten te ontzeggen.
0 reacties