Gemaximeerde tbs met dwangverpleging

 

Op dit moment duurt een tbs maatregel met dwangverpleging gemiddeld 9,4 jaren. In veel gevallen is er niet van tevoren een einddatum bekend. Toch stelt artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht dat de totale duur van tbs met dwangverpleging in beginsel niet langer is dan vier jaar. Hoe kan dat?

Wie artikel 38e Sr leest, denkt misschien in eerste instantie dat de tbs met dwangverpleging meestal voor maximaal vier jaar wordt opgelegd. Maar het artikel bevat ook een belangrijke uitzondering op deze regel: tbs met dwangverpleging kan namelijk voor onbeperkte duur worden opgelegd als  sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Kort gezegd, voor het opleggen van ongemaximeerde tbs met dwangverpleging moet er sprake zijn van een geweldsmisdrijf. Omdat tbs in beginsel alleen kan worden opgelegd voor de meer ernstige delicten, is in veel gevallen sprake van een geweldsmisdrijf en wordt de tbs dus vaak ongemaximeerd opgelegd. Denk aan feiten waarbij fysiek geweld is gebruikt zoals zware mishandeling, doodslag of zedendelicten.

Toch zijn er ook situaties waarin wel degelijk een fikse discussie kan worden gevoerd over de vraag of sprake is van een geweldsmisdrijf en dus of sprake is van een gemaximeerde tbs, zoals bij feiten als belaging, bedreiging of brandstichting. Als in dat soort zaken oplegging van tbs met dwangverpleging dreigt, is het dus van groot belang dat goed wordt bekeken of sprake is van een geweldsfeit. Immers kan dit voor de verdachte het verschil maken tussen maximaal vier jaar of potentieel levenslang tbs met dwangverpleging.

Wanneer is sprake van een geweldsmisdrijf? Daar heeft de Hoge Raad aandacht aan besteed in uitspraken uit 2018 en 2021. Overwogen werd allereerst dat in het geval van bedreiging en belaging van belang kan zijn of het misdrijf werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd door niet-verbaal agressief gedrag ten opzichte van de bedreigde, dan wel op een andere wijze werd ondersteund (bijv. met gebruik van wapens of andere middelen). En dit levert in de rechtspraak ruimte op voor discussie. In 2022 stond een verdachte terecht die politieagenten had bedreigd met een nepvuurwapen. De politieagenten waren er zelfs van overtuigd dat zij door de verdachte werden beschoten. Desondanks vond de rechtbank Noord-Nederland niet dat sprake was van een geweldsmisdrijf. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden behandelde in 2022 een zaak waarin de verdachte stekende bewegingen had gemaakt richting politieagenten met een mestvork. Het hof vond dat er geen sprake was van een geweldsfeit en legde een gemaximeerde tbs met dwangverpleging op.

Maar er kan ook sprake zijn van een geweldsmisdrijf als er andere redenen zijn die het aannemelijk maken dat de bedreiging wordt uitgevoerd. In 2021 liet de Hoge Raad het oordeel van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in stand waarbij een ongemaximeerde tbs werd opgelegd voor mondelinge bedreiging en belaging. Het hof had geoordeeld dat de reële mogelijkheid bestond dat de verdachte de bedreigingen daadwerkelijk ten uitvoer zou brengen. Hierbij werd onder andere betrokken dat hij bij het verhoor bij de politie had aangegeven dat hij daadwerkelijk van plan was om de doodsbedreigingen ten uitvoer te brengen.

Indien de mogelijkheid van oplegging van een tbs met dwangverpleging speelt, is het dus van belang dat er kritisch wordt gekeken of sprake is van een geweldsmisdrijf. Mocht dit bij jou spelen, dan is het van belang om dit te bespreken met je strafrechtadvocaat of een gespecialiseerde tbs-advocaat.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sjoerd van Berge Henegouwen

Mr. Juliette Aaldijk
Strafrechtadvocaat bij KNOESTER, VAN DER HUT & ALBERTS

Pin It on Pinterest

Share This