De nieuwe wet straffen en beschermen (nieuwe VI-regeling)
Handig om te weten wat jij wel of niet kan verwachten bij jouw detentietraject

 

Met de komst van de nieuwe Wet Straffen en beschermen (de verwachting is dat deze op 1 mei 2021 in werking zal gaan treden) leeft er voor de gedetineerden veel onzekerheid en onduidelijkheid over hun VI en mogelijkheden voor deelname aan een PP. Dat merken wij ook bij ons op kantoor, gelet op de meerdere telefoontjes die wij ontvangen met vragen van gedetineerden over hun detentietraject en wat zij wel en niet kunnen verwachten. De regeling is nieuw, ook voor ons, dus we zullen moeten afwachten hoe een en ander precies gaat uitpakken in de praktijk.

Wel heb ik alvast wat informatie en tips op een rijtje gezet om in de aanloop naar de nieuwe Wet rekening mee te houden. Op dit moment is de VI-regeling zo, dat je in beginsel na tweederde deel van je straf (als je meer dan 1 jaar gevangenisstraf opgelegd hebt gekregen en geen voorwaardelijk strafdeel) automatisch in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI). Bij gevangenisstraffen tussen de 1 en 2 jaar kom je automatisch in aanmerking voor VI nadat je 1 jaar hebt uitgezeten en nog eenderde deel van de resterende straf. In voorkomende gevallen kan het OM nu een vordering indienen tot uitstel of achterwege laten van de VI en de rechter moet daarop beslissen. In de nieuwe regeling krijg je de VI niet meer automatisch, maar moet je ‘bijzonder geschikt’ worden geacht door het OM voor terugkeer in de maatschappij. Er wordt dan gekeken naar de mogelijkheden voor beperking van risico’s bij een invrijheidsstelling, je inzet en gedrag tijdens detentie, de belangen van bijvoorbeeld slachtoffers of nabestaanden en de inzet die door de gedetineerde is getoond om de schade die het delict tot gevolg heeft gehad te vergoeden. Het OM beslist dan of iemand VI verleend krijgt of niet. Als er geen VI wordt verleend door het OM, of die beslissing wordt uitgesteld (dat mag voor de duur van maximaal 6 maanden), dan kan de gedetineerde ofwel bezwaar maken tegen deze beslissing bij de Rechtbank ofwel er kan eenmaal (na minstens 6 maanden) een verzoek worden ingediend door de gedetineerde bij het OM om alsnog voorwaardelijk in vrijheid te worden gesteld.

In de oude regeling is het VI gedeelte het overige eenderde deel van je straf (dus bij 9 jaren gevangenisstraf heb je een VI gedeelte van 3 jaren). In de nieuwe regeling is de VI maar maximaal 2 jaren. Voor iedereen die een gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen van meer dan 6 jaren en wiens zaak nu in hoger beroep loopt, is het dus verstandig om met je advocaat te overleggen of je het hoger beroep moet doorzetten of – als dit nog mogelijk is – dat je het hoger beroep eventueel beter kan intrekken. Als de straf gelijk blijft (of hoger wordt), is er namelijk een kans dat je dus uiteindelijk langer moet zitten dan de tijd die je zou moeten zitten als je de straf nu accepteert. De nieuwe regeling geldt namelijk voor iedereen die op of na de datum van inwerkingtreding van de nieuwe Wet wordt veroordeeld. De oude regeling blijft gelden voor iedereen die vóór de datum van inwerkingtreding is veroordeeld.

Een penitentiair programma (PP) wordt in de nieuwe regeling alleen nog verleend bij straffen van minstens 6 maanden en tot maximaal één jaar gevangenisstraf en als er bij aanvang van het PP nog minstens 4 weken gevangenisstraf moet worden uitgezeten. Het PP kan verder maximaal eenzesde deel van de opgelegde straf duren (dus maximaal 2 maanden) en er zal bij het verlenen van PP worden gekeken naar de belangen van slachtoffers en de moeite die er is gedaan door de gedetineerde om een eventuele schadevergoeding te betalen.

Als je bent veroordeeld vóór de inwerkingtreding van de nieuwe Wet krijg je gewoon VI volgens de oude regeling, maar voor deelname aan een PP geldt dit dus niet zonder meer. Als je volgens de nieuwe regeling niet in aanmerking komt voor PP, zal je dus ook niet meer aan PP mogen deelnemen ook al valt je VI wel onder de oude regeling. Dit is anders, als er al PP aan jou is toegekend door de directeur of je bent al begonnen met je PP voordat de nieuwe Wet in werking is getreden. In die gevallen mag je wel je PP behouden. Mijn advies is daarom: als je in aanmerking zou kunnen komen voor PP in de aankomende periode, probeer dan via je casemanager en de directeur van de PI alvast toestemming te krijgen voor je PP, zodat je hier toch aan kan deelnemen. De gedetineerden van wie de gevangenisstraf al is aangevangen en die op het moment van inwerkintreding van de nieuwe Wet nog een gevangenisstraf van maximaal 3 jaren open hebben staan, kunnen ook nog gebruik maken van de huidige PP regeling.

Mr. Yvonne van der Hut strafrechtadvocaat
Knoester Van Der Hut & Alberts Advocaten

 

2 Reacties

  1. lindeborg.e.v.

    goeden middag,ik heb een vraag over mijn straf van 18 maanden.dat heeft de gerechtshof Amsterdam mij opgelegt. ik heb wel een schorsing gekregen tot nu toe, van rechtbank noord holland te haarlem.en deze zaak is een van opium wet.behorende lijst i vijfde lid van artikel 3a van die wet.dus in hoger beroep kreeg ik 18 maanden en daarvoor had ik 28 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.mijn vraag is nu. wat is de VI nu van deze straf? of te wel hoe zit het eigenlijk nu voor? met deze nieuwe wet die nu ingaat ?.graag uw antwoordt a.u.b. met vriendelijk groetjes .erich. v.lindeborg.geb;28-04-1952.

    Antwoord
    • Timeys

      Dag beste Erich, wat goed dat je een mail stuurt om duidelijkheid te krijgen. Als redactie van Timeys kunnen wij daar helaas jou niet bij helpen. Het beste wat je kunt doen is contact op te nemen met Knoester Van Der Hut & Alberts. Deze zijn te bereiken op 070 – 205 9160 of info@kva-advocaten.nl Zij kunnen jouw vraag goed beantwoorden. Heel veel succes

      Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sjoerd van Berge Henegouwen

Yvonne van der Hut
Strafrechtadvocaat bij Knoester Van Der Hut& Alberts Advocaten

Pin It on Pinterest

Share This