BEWEEG, goed voor je brein
Bewegen is goed voor ons brein. Tijdens het sporten hebben al je organen, dus inclusief je brein, meer zuurstof nodig. Je hart klopt sneller en je bloed stroomt sneller door je lichaam. Omdat bloedvaten flexibel zijn, komen er – als je regelmatig beweegt – kleine bloedvaten en slagadervertakkingen bij. En dat zorgt voor een betere doorbloeding van al je organen. Dat is gunstig: cellen hebben meer zuurstof, kunnen hun afvalstoffen beter kwijt en hun producten beter naar omliggende cellen vervoeren.
Beweeg je te weinig, dan past je lichaam zich trouwens ook aan. Bloedvaten worden dan minder of niet meer gebruikt, waardoor het risico op slagaderverkalking of hersenziekten weer groter wordt.
Ten tweede bevordert regelmatig bewegen het geheugen. Als je tenminste ook voldoende rust neemt en goed slaapt. Als je beweegt, komen er neurotransmitters en hormonen in de hersenen vrij, waaronder het ‘gelukshormoon’ dopamine. Dopamine zorgt dat er eiwitten vrijkomen die nodig zijn om herinneringen te ‘bewaren’. Om een herinnering op te slaan in het langetermijngeheugen zijn er meer synapsen nodig. Dat zijn contactpunten tussen hersencellen, waardoor cellen boodschappen aan elkaar kunnen doorgeven. Dopamine stimuleert de aanmaak van synapsen.
Sporten stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen Ten derde is regelmatig bewegen ook gunstig voor de ontwikkeling van het brein. Tot een tijdje na je twintigste verjaardag is het brein nog in ontwikkeling. Het is dan erg plastisch, ‘kneedbaar’ met andere woorden. Als je op jonge leeftijd begint, kun je bijvoorbeeld heel goed worden in het bespelen van een instrument. Hoe later je daarmee start, hoe minder goed je waarschijnlijk ooit zult worden. Regelmatig bewegen zorgt, zelfs als je ouder bent, voor een nóg plastischer brein. Plasticiteit komt onder meer door de aanmaak van nieuwe neuronen (neurogenese).
De meeste neuronen blijven vanaf onze geboorte bij ons. Nieuwe neuronen maken we nauwelijks meer aan. Toch zijn er bepaalde gebieden in het brein die ook op latere leeftijd nog nieuwe neuronen aanmaken. Het gaat met name om de hippocampus. Het gebied is belangrijk om te kunnen leren. Fysieke beweging brengt de aanmaak van nieuwe neuronen in de hippocampus op gang. Het duurt ongeveer drie tot vier maanden voordat zo’n nieuwe zenuwcel goed functioneert. Althans zo blijkt uit dieronderzoek. Bij mensen weten we het eigenlijk niet goed. Niet alleen fysiek actief zijn, ook nieuwe of prikkelende omgevingen kunnen neurogenese aanmoedigen.
Sporten of bewegen kan tot slot ook op het moment zelf een positieve bijdrage aan ons welbevinden leveren. Je kunt ervan genieten om te sporten, erdoor ontspannen, of misschien voel je je naderhand wel beter. Steeds meer onderzoek wijst erop dat twintig tot dertig minuten per dag bewegen zijn vruchten al afwerpt.
Dit artikel is van de redactie.
0 reacties